Wij zwemmers hebben het echt niet makkelijk hoor. Dat lijkt misschien soms zo, maar is niet altijd waar. Zwemmen is geen contactsport, zegt men. Wel eens gekeken tijdens het inzwemmen tijdens een zwemwedstrijd in pak ‘m beet Barneveld? Als ik er weer eens doorheen zat en ik mijn trainer zei ermee zou kappen, begon hij keihard te lachen en vertelde me als de sodemieter het water weer in te duiken. Die natte zwembadvloeren en ongecoördineerde zwemmers zijn absoluut een hele slechte combinatie.

Wij zwemmers hebben al minstens vierhonderdertig keer uitgelegd wat het woord ‘taperen’ betekent. Wij zwemmers vragen ons tijdens de training vaak af waarom we in hemelsnaam weer naar het bad zijn gekomen. Wij zwemmers denken alleen maar aan eten tijdens de training. Wij zwemmers slapen onder schooltijd. Zaterdag? Moe. Zondag? Moe. Maandag? Moe. Dinsdag? Moe. Woensdag? Moe. Donderdag? Moe. Vrijdag? Moe.

Wij zwemmers gaan meer Instagrammen en Twitteren als we minder trainen. Onze leraren willen dat we het huiswerk maken. Onze bazen willen dat het werk af is. Onze trainers willen dat we komen trainen. Onze ouders willen dat we de Olympische Spelen halen. Onze vrienden willen met ons chillen. Wij willen eigenlijk alleen maar slapen.

Zwembrillen, zwembaden en zwembroeken

Wij zwemmers vergeten hoeveel banen we nog moeten bij 800 meter non-stop. Wij zwemmers plassen in het water. Wij zwemmers ruiken naar chloor. Wij zwemmers kunnen nooit ijsvrij krijgen. Wij zwemmers scheren elkaars rug. Wij zwemmers trainen in de vakantie terwijl de rest lekker op strand ligt. Wij zwemmers trekken hele rare gezichten tijdens het opzetten van een zwembril. Wij zwemmers hebben voetschimmel.

Wij zwemmers worden boos als baangenoten een halve seconde te vroeg afzetten. Wij zwemmers zitten zes uur lang in een zwembad voor drie minuten racen. Wij zwemmers hebben allemaal wel eens een haarbal in het gezicht gehad. Wij zwemmers merken het als de watertemperatuur met een halve graad verlaagd is. Wij zwemmers moeten door de brede schouders altijd in te grote T-shirts lopen. Wij zwemmers worden uitgelachen omdat we een Speedo dragen. Wij zwemmers zeggen woorden tijdens de training die we in het dagelijks leven never nooit mogen gebruiken.

Flippers, zoomers en badmutsen

Wij zwemmers hebben altijd dode haarpunten omdat het randje nét onder de badmuts vandaan komt. Wij zwemmers trainen een heel jaar voor een paar tienden winst. Wij zwemmers weten eigenlijk niet wat een sociaal leven is. Wij zwemmers staan eerder op dan de plaatselijke bakker. Wij zwemmers moeten huilen als de trainer zegt dat het vandaag een leuke training gaat worden.

Wij zwemmers verminken elkaar met paddles en zoomers. Wij zwemmers moeten achteruit lopen met flippers aan. Wij zwemmers hopen dat degene met de zwembadsleutel zich heeft verslapen, maar op het moment dat je besluit naar huis te gaan blijkt hij net aan te komen. Wij zwemmers slaan de verjaardag van onze beste vrienden soms over.

Wij zwemmers krijgen twee soorten zwemtrainingen; 1. Wow, dat gaat pijnlijk worden. 2. Wow, wat heb ik nu weer gedaan dat ik dit moet doen? Wij zwemmers hebben geen borsten. Wij zwemmers hebben schuurplekken terwijl iedereen je uitlacht omdat het zuigzoenen lijken. Wij zwemmers snuiten onze neus in het water. Wij zwemmers kleden ons vaker om dan Doutzen Kroes. Wij zwemmers trainen ook als we ziek zijn.

Maar wij zijn zwemmers. En we houden ervan.